sofieontheroad.reismee.nl

Westerse toeristen zijn unisex

We hebben de stinkende stad Bandung achter ons gelaten. De trein is altijd een beetje reizen, en dat merkten we reeds na enkele kilometers. Vanuit onze nieuwe Executive-zetels zagen we de grauwe gebouwen stilaan plaats maken voor groene rijstvelden. We waren op weg naar Yogyakarta, Jogja voor de vrienden. Opnieuw een stad (oei…), wel maar met een goeie half miljoen inwoners. Bij aankomst echter voelde het eigenlijk meer aan als een groot dorp, maar wel eentje waar elke dag de hele dag een 'marktdrukte' heerst. Veel aangenamer dan Bandung.
Een stukje buiten Jogja ligt Prambanan, een complex met een aantal Boeddhistische en HindoeĂŻstische tempels en overblijfselen ervan. Om de grap van Grab niet opnieuw te beleven huurden we een scooter. 70.000 roepia voor 1 dag, amai dat lijkt veel; even omrekenen: ah ja, net geen 4,5 euro. Goed dat we hadden afgepingeld van 80.000...
We vertrokken voor 6 uur (in de ochtend, jawel) met twee op de scooter naar de tempels om er bij zonsopgang te zijn. Ondanks de prima samenwerking tussen Sofie achterop met de gps in de hand en mezelf naar 5 kanten kijkend (4 opzij én naar beneden om de putten en drempels te ontwijken) was het toch wat verder dan verwacht en de drukke viervaksbanen kruisen met zo’n 50 cc'tje is ook een tijdrovende uitdaging voor de toeristen die we zijn.
Maar het was de moeite waard. De zonsopgang hebben we gemist, maar we waren er bijna eerst, zodat we de indrukwekkende gebouwen voor onszelf hadden. Genoeg fotogenieke plekjes, beelden en stenen om een halve dag te vullen. Na enkele uren kwamen de hordes lokale toeristen. Die hadden een bonus met 2 witten die zomaar onder lichte dwang voor hun lens kwamen staan. “Mister! Mister! Photo?”. Het meer dwingende “Hé mister!” gevolgd door een flash vond ik al minder sympathiek. Dat hebben we trouwens overal. Maar meestal volgt er gegiechel als de meisjes, jongens, dames of heren het aangedurfd hebben om die zeldzame witte aan te spreken. Het maakt trouwens niet uit of ze Sofie of mij aanspreken, we zijn allemaal 'mister'. Unisex dus. Ook als we ergens staan, stappen of rijden horen we steevast iemand roepen “Mister!”, ook de vragen “What is your name" of (niet en) “Where are you from?” volgen. Dikwijls uit het open venster van voorbijrijdende auto’s, dus de kans om te antwoorden is nihil…
Na 2 dagen Jogja reisden we verder naar Surakarta, met ook weer een officieel koosnaampje: Solo. Opnieuw met de trein in Executive-klasse. Deze was echter enkele decennia ouder en het ticket was een pak duurder. De logica ontgaat me, maar ondertussen heb ik al geleerd dat onze logica niet altijd strookt met de Indonesische…
In Solo hadden we de jackpot gewonnen. We kwamen aan in Cakra Homestay, ons verblijf voor de komende 3 nachten. Een knap authentiek gebouwencomplex, rustig, een hemels zwembad… Katsjing!
Na die eerste euforie zagen we echter stilaan de mankementen: telkens je in de keuken kwam sprong er ergens een rat weg. De kamer was vuil, de handdoeken waren transparant door de slijtage en de badkamer was de naam niet waardig wegens het ontbreken van een wasbak en een wc-spoelbak (doorspoelen met het scheppotje, a.u.b.). Het deurslot van de kamer ging niet los, pas na een aantal keer proberen, wringen en mikken geraakten we telkens binnen. De buren hadden hetzelfde probleem en hadden zich zo in de kamer opgesloten. Door het venster ontsnappen was hun oplossing. Op dag 1 bij aankomst hadden we er echter nog het volle vertrouwen in: de vriendelijke medewerker stelde zelf voor om te informeren naar een door to door-bus die we enkele dagen later konden nemen naar onze volgende bestemming en we wilden fietsen huren op dag 3: geen probleem volgens de brave man. Op dag 2 bleek hij echter spoorloos verdwenen; “My friend is sick.” volgens de eigenaar. Of hij misschien zelf kon informeren? Niet echt. We zagen de bui al van ver hangen en gingen dus zelf op zoek naar fietsen en een bus.
Na een zoektocht en enkele telefoontjes had Sofie de vermoedelijk enige 2 huurfietsen in de stad gevonden. Ik op een witte meisjesfiets waar de gemiddelde communicant mee zou beledigd zijn, maar wel met versnellingen en een mandje vooraan. Handig. Minder handig was dat het fietsje een maat of 6 te klein was. De stoere mountainbike die perfect bij mijn imago paste was echter nĂłg kleiner, wat mijn keuze beperkte tot het Tinkerbelfietsje en Sofie op het alle-terreinbeest kon vertrekken. Het zij zo.
Maar toegegeven, we hebben er onze dag mee kunnen vullen. En de dorpelingen die normaal nooit blanken in hun straat zien hebben we toch maar weer een hoogdag bezorgd, getuige hun staar-wijs-lachreflex.
Enfin, de bus naar onze volgende bestemming (Jepara) hebben we dus ook zelf moeten fixen. Op dag 3 was onze vriend plots volledig genezen, maar 'iets' doen lukte precies toch nog niet zo goed.
Dus wij de volgende ochtend de bus op richting een van de hoogtepunten van de reis. En daarover lees je later meer...



Reacties

{{ reactie.poster_name }}

Reageer

Laat een reactie achter!

De volgende fout is opgetreden
  • {{ error }}
{{ reactieForm.errorMessage }}
Je reactie is opgeslagen!

Deze reis is mede mogelijk gemaakt door:

Hamba